Energieneutraal in 2030
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) werkt samen met de provincie, gemeente en inwoners aan een veilige, gezonde en prettige leefomgeving. Streven is om als organisatie in 2030 energieneutraal te zijn. Dat betekent dat het waterschap zuinig is met energie én evenveel energie duurzaam opwekt als dat het waterschap verbruikt.
Heeft u een initiatief voor een zonneveld in het buitengebied van Bunnik? We vragen u in gesprek te gaan met HDSR.
Waterschap helpt initiatiefnemers
Het waterschap werkt aan duurzame energieprojecten in 3 verschillende rollen:
- als projectleider en investeerder van eigen projecten
- als adviseur bij ruimtelijke plannen (de zogenaamde watertoets bij bestemmingsplannen) en bij concrete projecten van anderen zoals een zonnepark of een warmteproject dat in relatie staat met het sanitaire- of het watersysteem
- vanuit haar verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Waterwet: bewaken van het kwalitatief en kwantitatief functioneren van het watersysteem
HDSR bekijkt welke mogelijkheden er zijn voor opwekking van energie gebruik makend van (afval)water, gemalen, rioolwaterzuiveringsinstallaties, daken en terreinen. Zonnevelden kunnen hier een onderdeel van uitmaken.
In de Bilt heeft HDSR geïnvesteerd in een zonnepark op eigen terrein, in samenwerking met de lokale energiecoöperatie BENG (zie filmpje).
Voorwaarden voor zonnevelden: infiltratie en afwatering
Het watersysteem en de bodem mogen geen nadelen van zonnevelden ondervinden. Een zorg is dat er teveel nutriënten uitspoelen waardoor er verarming van de bodem plaatsvindt.
Een eis vanuit het waterschap is dat regenwater goed kan blijven infiltreren in de bodem, daarom:
- mag de grond maar minimaal verhard worden (zie hieronder bij ‘fundering panelen’)
- moet de bodem een kwaliteit behouden waarbij infiltratie mogelijk blijft (infiltratiecapaciteit mag niet afnemen: dit hangt samen met de grondwaterstand, bodemkwaliteit, hoe diep het zand start en het vegetatietype)
- mag er geen versnelde afvoer van hemelwater plaatsvinden
- is vanwege onderhoud voldoende afstand (‘beschermingszone’) nodig langs minimaal 1 zijde van de watergangen en waterkeringen:
- 5 meter bij primaire watergangen (verplicht)
- 2 meter bij tertiaire watergangen (advies voor grondeigenaren)
Het waterschap denkt mee met de inrichting van zonnevelden. Nabij watergangen wordt bijvoorbeeld gekeken naar de kansen voor natuur. Ook kunnen vijvers worden ingepast in een zonnepark.
HDSR geeft aan dat in principe, wanneer dit zorgvuldig en in overleg gebeurt, zonnevelden overal in Bunnik mogelijk zijn als je puur naar de watertaken kijkt van het waterschap.
Fundering van het zonneveld
Voor het watersysteem zou het toepassen van een schroefsysteem het beste zijn voor fundering. Echter, wanneer er waardevolle archeologie vrij oppervlakkig in de bodem zit, heeft bovengrondse ballast de voorkeur. Om het regenwater goed af te laten stromen, moet het grootste deel van de bodem onbedekt blijven. Er mag dus geen totale verharding (zoals volledige stelconplaten) plaatsvinden onder de zonnepanelen.
Een zonneveld is vaak juridisch een ‘bouwwerk geen gebouw zijnde’. Soms wordt het oppervlak van de panelen als verhard oppervlak beschouwd. In de praktijk is dit heel beperkt (bij correcte fundering) en blijft al het regenwater op het terrein.
Voor initiatiefnemers: voor werkzaamheden in de buurt van een waterkering of watergang zijn de regels van de Keur van het waterschap van toepassing. In de legger van het waterschap zijn de beschermingszones vastgelegd.
Kans: zonnevelden in combinatie met waterbergingsopgave
Het waterschap denkt graag mee met initiatiefnemers over ‘gewone’ zonnevelden en over innovatieve functiecombinaties. Zoals het plaatsen van panelen op gronden waar extra waterberging wordt gerealiseerd. De panelen zullen daar veelal droog staan, alleen bij hevige regenbuien kan het waterschap besluiten er water in te laten. Dit heeft gevolgen voor het type panelen, de bevestiging en hoogte van de installatie. Een dergelijke wateropgave speelt op dit moment niet in de gemeente Bunnik.
Drijvende panelen
Op verschillende plaatsen in Nederland verschijnen permanent drijvende zonnepanelen op een (grote) waterplas. De vraag is wat de invloed is van de panelen op de ecologie. De lichtinval verandert immers. Panelen boven ondiep water (ongeveer tot een meter diep) hebben een veel grotere (negatieve!) invloed op de vegetatie onder water dan panelen die boven dieper water drijven.
Metingen zijn nodig
Er is nog weinig gemeten aan bestaande drijvende zonnevelden. De effecten op de waternatuur zijn daarom nog niet bekend. Modellen zijn nog op veel aannames gebaseerd. Het is aan te raden om voorlopig terughoudend te zijn met dergelijke zonne’velden’ en te starten met enkele pilots die goed gemonitord worden. Denk daarbij aan de effecten op (blauw)algen, waterplanten, macrofauna en vissen.
Ecologie & Vergunning
Als drijvende panelen een significant deel van het water bedekken, dan is er vanwege de mogelijke negatieve invloed op de ecologie een vergunning nodig van het waterschap. In de aanvraag moet worden aangetoond dat de negatieve invloed te verwaarlozen is, of dat er voldoende mitigerende maatregelen worden getroffen.
Zodra de Omgevingswet van kracht is (naar verwachting na 2021) dan wordt deze vergunning in de totale Omgevingsvergunning geïntegreerd.
Contact met HDSR
Het waterschap denkt graag mee met initiatiefnemers over ‘gewone’ zonnevelden en over innovatieve functiecombinaties zoals drijvende zonnepanelen voor zover daar in de gemeente Bunnik ruimte voor is.
Meer informatie vindt u op www.hdsr.nl (zoek op ‘zonnepark’).